Artikelen

Opinie: grijp in voor studenten terroristen worden.

Afgelopen jaar braken overal op universiteiten in Europa protesten uit vanwege de oorlog in Gaza. In solidariteit met de daders van 7 oktober bezetten studenten, getooid in ‘keffiyehs’  de campussen met “tentenkampen”, namen ze gebouwen over (en vernielden die), zwaaiden met vlaggen van terroristische organisaties en intimideerden Joodse medestudenten.

Nu het academische jaar weer begint laaien de ‘Gaza’-demonstraties weer op. In Amsterdam waren vrijdag een slordige duizend studenten en docenten op de been. De Erasmus Universiteit Rotterdam buigt als een knipmes en bevriest nieuwe samenwerkingen met Israël en Palestina, een besluit dat volgt op aanbeveling van de eigen Adviescommissie Gevoelige Samenwerkingsverbanden.

Hoewel activisten hebben aangedrongen op het verbreken van alle bestaande relaties, heeft de universiteit er op dit moment nog voor gekozen om deze voort te zetten. Hallicunant, wanneer je beseft dat terwijl in Nederland studenten en erger nog, docenten al schuimbekkend staan te krijsen voor het verbreken van de banden terwijl ze zichzelf daarmee beroven van wat er werkelijk toe zou moeten doen in een academische omgeving: kennis. Zo hebben onderzoekers aan de Hebreeuwse Universiteit een specifiek cellulair pad in de hersenen ontdekt dat markers aangeeft voor het toekomstige ontstaan van de ziekte van Alzheimer, ongeveer 20 jaar voordat symptomen zichtbaar zouden zijn. Deze vroege detectie zou uiteindelijk kunnen leiden tot een behandeling die de degeneratieve ziekte voorkomt.

Maar ja, prioriteiten.

Wat wellicht nog shockerender is, is verschillende Europese universiteiten maatregelen hebben moeten nemen om de veiligheid van Joodse studenten te beschermen tijdens de protesten. Zowel de Universiteit van Amsterdam (UvA) als de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam hebben extra veiligheidsmaatregelen geïntroduceerd aan het begin van het academisch jaar 2024. Want dat is waar we nu belandt zijn: Joodse studenten moeten  beschermd worden tegen demonstranten die delen van de campus tot verboden zones voor “zionisten” hebben verklaard, waarmee eigenlijk gewoon ‘Joden’ worden bedoeld.

De maatregelen omvatten tassencontroles en het gebruik van QR-codes voor toegang tot bepaalde evenementen en gebouwen, met als doel de veiligheid van Joodse en Israëlische studenten en medewerkers te waarborgen. Dit komt voort uit een groeiende bezorgdheid over de veiligheid van Joodse studenten en medewerkers, zoals uitgedrukt door de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding en andere bronnen die melding maken van intimidatie en onveiligheidsgevoelens tijdens pro-Palestina protesten op universiteitscampussen. 

Chaos laait opnieuw op

Vorige week marcheerden demonstranten aan de Universiteit van Gent in solidariteit met de Palestijnse “verzetsstrijders tegen hun kolonisatoren.” In de buurt van universiteiten in steden als Londen en Parijs zijn incidenten gemeld waarbij Joodse studenten lastiggevallen werden.

De Tweede Kamer heeft al wel langere tijd kritiek op hoe de minister en onderwijsbestuurders omgaan met demonstraties van studenten tegen de samenwerking met Israëlische instellingen. Ook de veiligheid van Joodse studenten is herhaaldelijk een punt van zorg. Op 18 juni diende de Kamer al moties in voor het invoeren van een identificatieplicht op onderwijsinstellingen, een voorstel dat brede steun kreeg.

Recent zijn nieuwe moties ingediend die variëren van het vergroten van de veiligheid van Joodse studenten tot het uitzetten van activistische studenten die zich misdragen. De VVD pleit ervoor dat docenten die de veiligheid van Joodse studenten niet kunnen waarborgen, hun baan verliezen. Ook wil de partij dat onderwijsinstellingen studenten die zich ernstig misdragen, niet alleen van school verwijderen maar mogelijk zelfs het land uitzetten.

Een motie van DENK die pleitte voor het verbreken van alle banden met Israëlische universiteiten kreeg slechts beperkte steun, namelijk van de SP en de Partij voor de Dieren. Tegelijkertijd diende JA21 een motie in om universiteiten aan te sporen sneller studenten uit te schrijven die betrokken zijn bij ernstige overtredingen, zoals toegestaan onder de wet op het hoger onderwijs (artikel 7.57h WHW), waarmee ook hun recht op studiefinanciering vervalt. Deze motie kreeg geen meerderheid.

Daarnaast riep Eerdmans in een motie op tot het intrekken van de verblijfsvergunning van studenten die afkomstig zijn uit landen buiten de EU “wanneer bij onherroepelijke veroordeling is vast komen te staan dat zij een gevaar zijn voor de openbare orde zijn, aangezien zich onder de misdragende studenten ook internationale studenten van buiten de EU aanwezig waren wordt de regering verzocht om zich maximaal in te spannen tot het intrekken van studentenvisa van deze groep studenten.”

Deze motie kreeg wel een meerderheid in de Kamer. Rechtse partijen ergeren zich al langer aan het optreden van de minister rondom deze kwestie. Zo benadrukte Dijkgraaf in een debat over mentale gezondheid in het hoger onderwijs, toen rechtse partijen opnieuw over de pro-Palestijnse protesten begonnen, dat er niet alleen opgetreden moet worden tegen antisemitisme, maar tegen alle vormen van discriminatie in het hoger onderwijs, bijvoorbeeld richting minderheden en vrouwen.

Minister durft niet op te treden

Deze opmerking schoot bij VVD’er Claire Martens in het verkeerde keelgat. “Het lijkt wel alsof we in Nederland niet meer kunnen uitspreken dat we een probleem hebben met antisemitisme. Daar hoef je niet elke andere vorm van discriminatie bij te halen. Volgens mij hebben we het over het feit dat studenten niet naar de universiteit durven omdat zij bedreigd worden. En wat doet de minister? Die voelt de behoefte om te zeggen: goed dat u het hier wilt hebben over antisemitisme, maar ik wil ook nog even benadrukken dat er vrouwen zijn die ergens last van hebben. Dat is gewoon niet waar het over gaat. De minister durft niet op te treden”, zei ze.

Martens diende daarom eerder al een motie in waarin de minister als stelselverantwoordelijke wordt opgeroepen de Kamer actief te informeren als een onderwijsinstelling niet vrij, veilig of toegankelijk is voor studenten. De minister moet daarbij ook vermelden welke maatregelen het instellingsbestuur heeft genomen om dit tegen te gaan. Ook deze motie werd door de minister ontraden, aangezien dit zou ingrijpen in het zelfbestuur van universiteiten en hogescholen. De Kamer dacht hier anders over en nam de motie aan.

Joodse studenten geëxposed in groeps-apps

Overigens zei VVD-Kamerlid Martens bij televisieprogramma Goedemorgen Nederland (WNL) dat docenten ontslagen moeten worden als zij zich niet houden aan de zorgplicht.

“Er worden nog steeds studenten geëxposed in groeps-apps omdat ze joods zijn. Er staan docenten in de frontlinie van de demonstraties. We vragen aan deze joodse of leerlingen om morgen weer aan te schuiven in de klas, bij de docenten die opriepen: ‘Er is geen plek voor Zionisten’”, beweerde ze daar. “Ik vind dat we hele duidelijke richtlijnen moeten gaan opstellen en dat universiteiten zelf goed naar het personeelsbeleid moeten gaan kijken”, zei het Kamerlid. “Je hebt het recht om te demonstreren, maar zij hebben ook de taak en de betaalde baan om te zorgen dat iedereen vrij en veilig is, die past bij hun zorgplicht. Die nemen ze wat mij betreft niet serieus. Op het moment dat je oproept dat er geen plek is aan jouw universiteit voor een grote groep leerlingen, dan heb je wat mij betreft als docent daar niet zoveel te zoeken. Ik vind dat je dan op zoek moet naar een andere baan.”

Het kabinet-Schoof heeft tot op heden echter nog geen specifieke maatregelen of plannen gepubliceerd die direct betrekking hebben op het aanpakken van studentenprotesten.

Kleine groep kan grote schade aanrichten

Bruce Hoffman, een wetenschapper bij het Brookings Instituut en expert op het gebied van binnenlands terrorisme, waarschuwt voor mogelijke escalaties. “Hoe langer het conflict in Gaza voortduurt, hoe groter de kans op geweld. Vun protesten door de overheid onderdrukt worden.”

De geschiedenis leert ons dat kleine, radicale groepen schade kunnen aanrichten als ze geloven dat vreedzaam protest geen verschil meer maakt. In de late jaren 60, tijdens de Vietnamoorlog, vormde zich een kleine maar gewelddadige groep studentenactivisten die protest omzette in geweld, bekend als de Rote Armee Fraktion in Duitsland of de Rode Brigades in Italië. Deze groepen kwamen voort uit prestigieuze universiteiten en voerden een reeks bomaanslagen uit tegen overheidsinstellingen.

Hun acties waren gemotiveerd door afkeer van de oorlog en een verlangen om het “imperialistische” systeem omver te werpen. Het laat zien hoe een kleine groep extremisten, ook in Europa, grote schade kan aanrichten wanneer protesten escaleren. Het is daarom belangrijk om nu in te grijpen.