Moeder worden. Het is een van de meest ingrijpende dingen die je kan overkomen, en de weken erna zijn vaak een grote, emotionele achtbaan. Maar wat nu als dan ook nog eens blijkt dat je man een affaire heeft? En dan uitgerekend met de vrouw die je zou moeten bijstaan in deze heftige tijd? Daphne (35) overkwam het.
‘Daar lag ik, wijdbeens op bed, met mijn vagina voor de ventilator. Ongemakkelijk grappen makend met de vrouw die het ondertussen met mijn man deed.’
‘Er hangt een grijze wolk over mijn herinnering aan de eerste maanden als moeder. Dat vind ik misschien nog wel het ergste. Het maakt me nog steeds misselijk als ik eraan denk: Dat de vrouw die als een van de eersten mijn dochtertje in haar armen hield, ook degene is die het huwelijk van haar ouders heeft stukgemaakt. En dan te bedenken dat ik dolblij was met haar aanwezigheid. Toen Heleen haar intrede deed voelde het meteen goed. Of ze wel of niet aantrekkelijk was? Daar stond ik niet eens bij stil. Ze was iets jonger dan ik, maar onopvallend. Niet lelijk, maar zeker geen opvallende beauty waar je je als net bevallen, onzekere vrouw misschien een beetje geïntimideerd door kan voelen. Wat overheerste was een gevoel van: bij jou kan ik alles uit handen geven. Jou kan ik vertrouwen.
God, wat had ik het mis.
Ik had nooit kunnen vermoeden dat ik op deze manier verraden zou worden. Om te beginnen natuurlijk door Hugo, degene die ik het meest vertrouwde van iedereen. Natuurlijk wist ik dat het hele traject voor hem ook niet makkelijk was geweest. Zwanger worden was helaas voor ons niet vanzelfsprekend geweest. Het lukte uiteindelijk pas na een slopend medisch traject.
Ons seksleven was al lang daarvoor ontdaan van elke vorm van spontaniteit door de talloze ovulatietesten en het op vruchtbare momenten geforceerde ‘klussen’, zoals het zo lustdodend wordt genoemd op de talloze zwangerschapsfora die ik bezocht. En toen ik uiteindelijk wel zwanger was, had ik helaas geen probleemloze zwangerschap. Al vanaf de derde maand kreeg ik last van bekkeninstabiliteit, waardoor ik voortdurend pijn had en niet aan seks moest denken. We hadden ons nog zo verheugd op het tweede trimester, omdat ik had gelezen en gehoord dat de meeste zwangere vrouwen in die periode een piek in hun sexdrive ervaren, maar zelfs dat zat ons niet mee. Natuurlijk deden we wel eens wat, maar meestal bleef het bij wat knuffelen en frunniken. Ik voelde me gewoon niet comfortabel, en om eerlijk te zijn was ik ook bang om de baby te beschadigen, al wist ik rationeel gezien dat daar geen sprake van kon zijn. Hugo was, of misschien moet ik zeggen ‘leek’, gelukkig een en al begrip. Het was een klein offer om te brengen voor het gezinnetje dat we binnenkort zouden zijn, en waar we zolang naar verlangd hadden.
De bevalling was heftig: Lois bleek een ‘sterrenkijkertje’ te zijn, wat inhield dat ze met haar hoofdje gedraaid in het geboortekanaal lag en steeds weer terugfloepte. Ik kreeg haar er gewoon niet uitgeperst. Even was er zelfs sprake van een spoedkeizersnede die gelukkig op het laatste moment voorkomen kon worden door een paar knippen te zetten. Voor mijn bevalling was het een schrikbeeld voor me geweest om ingeknipt te worden, maar nu merkte ik niet eens dat ik gehecht werd. Ik heb er niets van gevoeld. Het enige wat er door me heen ging was: Godzijdank. Ze is er. Ik kon alleen maar kijken naar het prachtige meisje in mijn armen.
Dat veranderde toen ik thuis was. Het klinkt nogal plastisch, maar tussen mijn benen was het een grote, rauwe biefstuk. En om de vernedering compleet te maken moest ik dagelijks mijn hechtingen laten controleren door Heleen. Zij moest beoordelen of het allemaal wel goed genas. Na het uitwerken van de verdoving was het allemaal flink gevoelig en ze vertelde dat ik het herstel kon bevorderen door de hechtingen af en toe even te laten luchten. Daar lag ik dan. Wijdbeens op bed, met mijn vagina voor de ventilator. Ongemakkelijk grappen makend, met de vrouw die het ondertussen met mijn man deed.. Als ik daar nu aan terugdenk, voel ik me bijna fysiek aangerand.
Ik heb nog steeds geen idee wanneer hun affaire precies begonnen is, hoewel ik het wel vreemd vond dat ze regelmatig samen boodschappen gingen doen, en ik een keer per ongeluk zag dat er een appje van Heleen aan Hugo binnenkwam. Ik vond het bijzonder, maar Hugo zei dat ze gewoon wilde vragen hoe het met hem was. Nu denk ik: wat was ik naïef. Want op dat moment dacht ik dat dat waarschijnlijk heel normaal was. De kraamverzorgster was er tenslotte voor het hele gezin.
De eerste week na de bevalling was Hugo een model-echtgenoot en vader. Hij hielp mij, en Heleen, waar hij maar kon, maar naarmate de dag naderde dat Heleen ons zou verlaten, bespeurde ik een verandering in zijn gedrag.
Er waren momenten dat ik hem, diep verzonken in gedachten, naar Lois in haar wiegje zag staren. Ik zocht er toen niets achter. Ook ik kon uren naar haar kijken. Pas nu denk ik: wat ging er door zijn hoofd? Was hij toen al afscheid aan het nemen? Maar pas toen ik merkte dat hij ongeïnteresseerd en verveeld begon te reageren wanneer ik een momentje voor ons samen met hem probeerde te creëren, begon er iets te knagen. Heleen had inmiddels afscheid van ons genomen. Ik miste de dingen die ze voor me deed, maar ergens was ik ook blij dat ik het huis weer voor mezelf had, ondanks de was die zich opstapelde. Ik had Heleen gemogen, maar ik had nooit een echt vriendschappelijke band met haar ontwikkeld. Ze had een bepaalde bruuskheid, en een gebrek aan fijngevoeligheid over zich, die ik niet heel prettig vond, maar waar ik voor de tijd dat ze er was prima mee had kunnen leven. Hugo dat niet zo ervaren, zei hij toen ik hem ernaar vroeg. Ach, met de een heb je meer een klik dan met de ander, dacht ik. Zelfs als ik ze samen had horen lachen in een andere kamer dacht ik alleen maar hoe fijn het was dat ook hij steun aan haar had.
Op een avond, nadat Hugo en ik naar bed waren gegaan, werd ik na een paar uur wakker omdat Lois huilde. Hugo lag niet naast me, maar hij was niet in Lois’ kamertje, zoals ik had verwacht. Ik gaf Lois haar speentje, deed haar muziekje aan en aaide even over haar bolletje. Ze viel vrijwel meteen weer in slaap, waarna ik ging kijken waar Hugo was. Ik vond hem op het balkon van de logeerkamer. Hij stond te bellen.
Ik schrok. Het was al zo laat! Er was toch niets aan de hand met iemand uit onze familie? Ik deed de schuifdeur open om te vragen of alles in orde was, maar Hugo, die met zijn rug naar me toe stond, merkte het niet eens. Het was alsof mijn lichaam het eerder wist dan ik, want de haartjes op mijn armen gingen overeind staan, en het voelde alsof mijn bloed bevroor in mijn aderen. Ik hoorde Hugo praten op het intieme toontje dat ik zo goed van hem kende. Zo praatte hij altijd als we net seks hadden gehad. En toen hoorde ik hem zachtjes lachen. Verzuchten: ‘Leentje, Leentje toch…wat een stout, geil meisje ben je ook…’.
Onwillekeurig maakte ik een geluid en sloeg mijn handen voor mijn mond. Hugo draaide zich om. Ik zag meteen: hij weet dat ik het weet. De telefoon gleed uit zijn hand op de grond, en ik zag het bloed uit zijn gezicht wegtrekken. Meer bevestiging had ik niet nodig: hij had een affaire. Mijn hoofd tolde, ik denk van de shock, en ik had het gevoel dat ik ging flauwvallen. Ik wist niet wat ik moest zeggen, of wat ik moest doen. Wat kun je zeggen als je erachter komt dat de persoon waar je je hart aan hebt gegeven, het keihard heeft vertrapt?
Hugo leek echter op een bizarre manier opgelucht. Ik hoefde alleen maar te zeggen: ‘Helena?’ en hij liep helemaal leeg. Dat ze hem zo goed begreep. Dat hij al een tijd niet gelukkig was. En dat hij niet wist of hij ‘dit allemaal’ – hij maakte een zwaai gebaar naar mij en ons huis – eigenlijk wel wilde.
Ik weet niet waar ik de kracht vandaan haalde, maar ik denk dat op dat moment echt de oermoeder in mij naar boven kwam. Ik hoorde het mezelf zeggen, verbaasd over de woorden die uit mijn mond rolden: ‘Als jij het niet weet, dan weet ik het wél. Ik wil dat je weggaat. Nu. Meteen.’
Ik hoefde het niet eens twee keer te zeggen. Hugo beende naar onze slaapkamer, gooide wat kleren in een tas en vertrok. Mij achterlatend tussen alle felicitatie kaartjes en gelukswensen die Heleen nog aan een slinger had geregen..
Natuurlijk hebben we later nog wel met elkaar gesproken, maar het leek wel of Hugo zichzelf niet meer was. Hij geeft aan dat hij door de gesprekken met Heleen pas besefte hoe lang hij al niet meer gelukkig was in onze relatie. Ik heb wel eens gelezen dat verliefdheid een veel heftiger emotie is dan liefde.
Daar kan ik me nog iets bij voorstellen, maar voor mij zou de verliefdheid op je eigen kind boven alles uit moeten gaan. Die zou ervoor moeten zorgen dat je er alles aan doet om je gezin bij elkaar te houden. Voor Hugo gaat dat echter niet op. Hij is verliefd op Heleen. Dezelfde vrouw die ons als gezin een geweldige start had moeten geven, heeft ons leven verwoest en ervoor gezorgd dat mijn dochter niet opgroeit met beide ouders.
Ik weet zeker dat Lois en ik het samen wel gaan redden. Niemand kan mij het geluk dat zij me schenkt ontnemen. Maar natuurlijk had ik het me alles toch heel anders voorgesteld. En dit zal me blijven achtervolgen zolang ik leef. De wetenschap dat de vrouw die mijn baby in haar armen hield, die mijn gehavende vagina verzorgde, even daarvoor seks heeft gehad met haar vader. Mijn man.
Ik heb erover gedacht om een klacht in te dienen tegen Heleen. Waarschijnlijk zou het haar haar baan hebben gekost, of minstens een berisping hebben opgeleverd, maar wat levert het mij op? Ik krijg mijn gezin er niet door terug. Het enige wat ik hoop is dat karma ooit zijn werk doet. Je weet maar nooit, het leven kan soms raar lopen. Ik hoorde van Hugo’s moeder, die ongelofelijk kwaad op hem is en me steunt waar ze maar kan, dat Heleen blijkbaar heeft gezegd zelf ook een kinderwens te hebben. Je weet nooit hoe een balletje gaat rollen. Wie weet komt alles nog eens bij haar terug. Het zal wel heel kinderachtig zijn, maar ik wens haar bij voorbaat vast een totaalruptuur.’