Vivienne is een beetje klaar met de hele positiviteits-hype en voert een pleidooi om zo nu en dan eens lekker ongegeneerd boos of chagrijnig te zijn. Dat lucht namelijk niet alleen op, maar is ook nog eens gezond.
De allereerste keer dat me duidelijk werd dat het ZEN – model niet echt mijn kopje thee is, was lang voordat ik zelfs maar gehoord had van de term op zich. Het was op de lagere school. Christa, het gemeenste meisje uit de klas, treiterde en tergde me al weken op de meest achterbakse manieren. Die ochtend had ze me – bij wijze van zogenaamd ‘zoenoffer’ – een snoepje aangeboden. Hoewel het ding er niet heel erg aantrekkelijk uitzag, peuterde ik het uit beleefdheid uit haar kleverige handpalm en stopte het in mijn mond. Waarop Christa met een grote piranha-achtige grijns vroeg: ‘En, vind je het lekker? Het BROKJE van mijn KAT?’
Volgens de regels van de school had ik op dat moment de spreekwoordelijke high road moeten kiezen: weglopen en de juf inlichten. In plaats daarvan stond ik op van mijn houten stoeltje, tilde het ding boven mijn hoofd en zwiepte de rood metalen pootjes tegen het schijnheilig uitgestreken snoetje van Christa, die als een gevelde eik ter aarde stortte.
Geen Gandhi
Nu wil ik uiteraard niet beweren dat je er maar op los moet rammen op het moment dat je frustratie je even teveel wordt, maar Gandhi’s boodschap van geweldloos protest heeft bij mij nooit echt een vruchtbare bodem gevonden, al weet ik mijn agressie inmiddels wel wat beter te reguleren.
Toch kan ik het niet ontkennen: ik vind het vaak gewoon lekker en bevrijdend om even onbegrensd kwaad of chagrijnig te zijn. Als ik tegen een situatie aanloop waar ik stevig van baal voel ik geen enkele aandrang om mijn ego los te laten, maar wil ik gewoon even hardop bitchen en me ongegeneerd rot kunnen voelen. Wanneer het leven me citroenen geeft, heb ik geen zin om uit te zoeken hoe ik er limonade van kan maken, maar laat ik de zuurheid rijkelijk door me heen vloeien. En als ik het wel weer genoeg vindt met het zelfmedelijden haal ik – om mezelf te troosten – een fles Limoncello bij de slijter. #GemakDientDeMens.
Ik voel trouwens ook de meeste sympathie voor anderen met eenzelfde soort bedrading. Ik krijg bijvoorbeeld jeuk en galbulten van jubelende vrouwengroepjes die zichzelf op Facebook vaak ‘Sisters’ of ‘hooggevoelige lotgenoten’ noemen, en al toen ik nog naar Sesamstraat keek was Oscar – die groene chagrijn in een vuilnisbak – mijn favoriet. Zelfs mijn hond heb ik uitgekozen omdat zijn bitchy resting face me aansprak. Je zou het een stukje herkenning kunnen noemen. Ik vind openlijk chagrijnige mensen vaak enorm verfrissend.
Toch is het tegenwoordig lastig om voor je negatieve emoties uit te komen, vooral in een wereld waarin ons zo ongeveer een schuldgevoel wordt aangepraat wanneer we niet voortdurend vrolijk, Zen en mindful zijn zijn. Zeggen dat je doodmoe wordt van de overhypte positiviteitcultus, is zo ongeveer hetzelfde als zeggen dat je een bloedhekel hebt aan jonge angora-konijntjes.
Allergisch voor ‘aarden’
De druk om vooral maar positief te zijn is nooit groter geweest dan nu. Kijk naar de honderden zelfhulpboeken, de Pinterest- en Instagram-pagina’s vol inspirerende citaten op internet en de als paddestoelen uit de grond schietende praktijken van – al dan niet zelfbenoemde – life coaches en mindfulness experts.
In een vlaag van verstandsverbijstering heb ik het wel eens geprobeerd hoor, mindfulness. Ik negeerde gewoon keihard dat ik altijd een beetje binnensmonds moet overgeven van termen als ‘aarden’ en ‘in je kracht staan’. Zelfs de ‘met vlinderachtige hartegroet’ in de welkomstmail van de mindfulness coach verdrong ik, terwijl ik mezelf knarsetandend voorhield dat ik best eens buiten mijn comfort zone kon treden. Je zou het misschien niet zeggen, maar zelfs ik word mijn eigen cynisme soms zat.
Je raadt het al: het werd geen succes. Bij de eerste poging me te focussen op mijn ademhaling begon ik op slag te dissociëren, na nog vijf minuten wilde ik het liefst keihard gaan gillen en na een vol kwartier besloot ik dat ik nog liever naar twee misvormde heremietkreeften die seks proberen te hebben wilde kijken, dan me nog een seconde langer wilde inbeelden dat ik een boom was.
Exit mindfulness dus. Ik ontspan nu eenmaal het meest als cranky bitch, al is het maar omdat ik mijn negatieve gevoelens niet opkrop en me daardoor volgens mij een stuk gelukkiger voel dan de meeste mensen.
Woede = brandstof voor creativiteit
En die theorie schijnt nog niet eens zo heel vreemd te zijn, althans niet volgens psycholoog Robert Biswas-Diener, tevens auteur van het (helaas nog niet vertaalde) boek: ‘The Upside of Your Dark Side: Why Being Your Whole Self–Not Just Your ‘Good’ Self–Drives Success and Fulfillment’).
Hij zegt hierover: ‘Emoties die onaangename gevoelens veroorzaken, zoals woede, afgunst of frustratie worden tegenwoordig maar al te vaak weggezet als ongezond. We onderdrukken ze, soms zelfs met behulp van medicatie en beroven onszelf op die manier van de gelegenheid de vruchten te plukken van deze emoties. Dit soort gevoelens worden ‘negatief’ genoemd, terwijl dat een enorm misverstand is. Je kunt emoties niet labelen als positief of negatief, omdat onder elke emotie een complexe reeks van oorzaken schuilgaat, die ons ertoe aanzet om onze positie te verbeteren. Emoties zijn daarin zelfs heel rationeel: ze zetten ons ertoe aan in actie te komen, en helpen ons op die manier belangrijke doelen te bereiken. In die zin zijn het zelfs overlevingsinstrumenten. Zonder negatieve emoties als angst, jaloezie en boosheid zouden we als soort al lang geleden zijn verdwenen.’
Negatieve emoties dus zijn niet alleen essentieel voor ons bestaan, maar – ironisch genoeg – ook om ons goed te kunnen voelen. Om optimaal in deze wereld te leven en alle dagelijkse uitdagingen beter te kunnen verdragen, is het noodzakelijk om het volledige scala van onze emoties te beleven. Kort gezegd: In plaats van je negatieve gevoelens te ontkennen of om te willen buigen, kun je ze dus beter accepteren.
Kritiekloos positief denken gaat daarentegen met aanzienlijke risico’s gepaard. Zo verminderd het je oog voor detail, maakt het goedgelovig en egoïstisch en hebben positievelingen vaker de neiging tot bingedrinken, overeten en het praktiseren van onveilige seks.
Er is trouwens nog een reden om negatieve gedachten gewoon toe te laten: Emoties als woede, angst, schuld en verdriet dienen als brandstof voor creativiteit, twijfel verbetert prestaties en dat alles bij elkaar maakt je beter in je werk. Mensen die uitsluitend positief denken hebben de neiging om hun doelen te visualiseren, maar door alleen maar te dagdromen over datgene wat je wilt, krijg je niet de energie en de impuls die je nodig hebt om je doelen ook daadwerkelijk in concrete zin te verwezenlijken.
Door negativiteit te accepteren, zul je waarschijnlijk meer manieren vinden om hindernissen op je weg naar succes te overwinnen. Daarbij worden negatievelingen minder vaak overweldigd door hun eigen emoties. Dat kan op anderen soms overkomen als koud en gevoelloos, maar in werkelijkheid is het niets meer dan een kwestie dan nuchter focussen op dat wat moet gebeuren.
Krengerig en ontspannen
Nog niet overtuigd? Misschien helpt dit: negatieve mensen leven statistisch gezien langer. Oke, dat kan natuurlijk gewoon zijn omdat negatieve mensen meer beren op de spreekwoordelijke weg zien, en daarom voorzichtiger zijn. En een rasechte cynicus zal waarschijnlijk nooit zo verblind zijn door een roze verliefdheidswolk dat hij het niet kan laten om tijdens het rijden een liefdessonnet te appen naar zijn laatste Tinderdate. Maar negatievelingen hebben ook minder kans op een hartaanval.
En alsof langer leven alleen nog niet genoeg is, lijk je als negatieveling nog langer jong ook. Een Bitchy resting Face voorkomt namelijk rimpels. Kijk maar naar Victoria Beckham, wier gezicht in een constante staat van krengerige ontspanning verkeerd.
Natuurlijk moet je op de koop toe nemen dat mensen je arrogant vinden, terwijl je in werkelijkheid simultaan aan zelfexpressie doet en het verouderingsproces vertraagd, maar dat is hun probleem. Wanneer iemand je dus weer eens op straat toeroept dat je meer moet lachen, kun je ze dus gewoon toebijten dat je aan je gezondheid werkt. Lach je toch nog als laatste.
Beruchte chagrijnen:
Op het witte doek is Hugh Grant meestal de stuntelige prince charming, maar achter de schermen heeft hij nogal wat euh… ‘persoonlijke ruimte’ nodig. Hij haat zo ongeveer elke film waarin hij speelde, ook al verdiende hij een slordige tachtig miljoen dollar met zijn talloze rom-coms. In de vriendenkring van ex Elizabeth Hurley verwierf hij daarom de bijnaam ‘Grumpelstiltskin’.
Wonderkind Beethoven raakte bij het minste of geringste uit zijn humeur en stond erom bekend een keur aan huishoudelijke objecten naar de hoofden van zijn bedienden te slingeren.
Supermodel Naomi Campbell staat er sinds haar hoogtijdagen in de jaren negentig om bekend mensen aan te vallen, met als meest bekende incident het slaan van haar persoonlijke assistent met een mobiele telefoon en het bespugen van twee twee politieagenten op de Londense luchthaven. Inmiddels heeft ze hulp gezocht om haar woede uitbarstingen in meer gematigde banen te leiden.
De naam Tartar Sauce doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar als we verklappen dat dat de echte naam is van Grumpy Cat weet iedereen direct over wie het gaat. Grumpy Cat is inmiddels een echte cyber celebrity, die haar roem te danken heeft aan haar permanent chagrijnige gezichtsuitdrukking. Voor degenen onder ons die hun innerlijke grumpy nog niet hebben omarmd is Grumpy Cat de perfecte uitlaatklep. Je hoeft slechts een blik te werpen op een grumpy Cat meme, en je voelt je op slag beter.
*Dit artikel verscheen eerder in VIVA.