Artikelen

‘Into the Deep’. Docu over Deense ‘duikbootmoordenaar’ verschijnt op Netflix. Eerder deelde Kim Wall’s moeder haar verhaal.

Op vrijdag 30 september verschijnt op Netflix de true crime-documentaire ‘Into the Deep’, bijna drie jaar nadat deze in première ging op het Sundance Film Festival 2020.

Het project begon als een kroniek van het leven en werk van de excentrieke Deense uitvinder Peter Madsen, maar evolueerde naar iets sinisters toen Madsen ervan werd verdacht, veroordeeld en vervolgens gevangengezet voor de moord op journaliste Kim Wall. Wall verdween nadat ze aan boord is gegaan van de onderzeeër van uitvinder Peter Madsen.

Ingrid Wall, Kim’s moeder, deelt haar beleving van dit gruwelijke verhaal.

Ingrid en Jocke, de ouders van Kim

Op 20 oktober van dit jaar ontsnapte Peter Madsen uit de Herstedvester-gevangenis in Albertslund, waar hij een levenslange celstraf uitzit voor de moord op journaliste Kim Wall. De Deense ‘duikbootmoordenaar’ kwam gelukkig niet ver en werd kort na zijn uitbraak weer opgepakt worden.Fysiek raakte niemand gewond, maar psychisch is het een zware klap voor de betrokken perso

‘Voor haar werk reisde Kim de hele wereld over. Wij, als ouders, voelden continue de angst dat er iets met haar zou kunnen gebeuren. Een verkeersongeluk, natuurrampen, misdaad…je ziet overal beren op de weg. Kim probeerde ons altijd gerust te stellen. Ze wist wat ze deed, zei ze, en ze was altijd voorzichtig. En inderdaad reisde ze lange tijd de wereld over zonder noemenswaardige incidenten. Dat het ultieme gevaar loerde op slechts drie kwartier rijden van ons huis in Kopenhagen, had niemand ooit kunnen vermoeden. 

‘Mijn ouders hebben nog steeds moeite om mijn carrièrekeuze te begrijpen’ grapte Kim toen ze in 2013 de eerste prijs van de Young Journalist Award van de Foreign Press Association in de wacht sleepte.’ ‘Dat komt omdat ze allebei ook journalist zijn. ‘ Ik heb 25 jaar in de media gewerkt. Nu ben ik binnenkort 65, en ga ik met pensioen.. Mijn man is fotograaf en werkt dertig jaar bij de grootste krant van Zweden. Hij is officieel met pensioen, maar doet af en toe nog wat mediawerk.

Zowel Kim als haar jongere broer Tom waren van kleins af aan vertrouwd met de redactie. Kim werd geboren in 1987, Tom een jaar later. Mijn man en ik werkten allebei fulltime en wanneer we een deadline moesten halen, zaten de kinderen na school vaak bij ons op de redactie met kleurpotloden, walkmans en boeken tot we eindelijk klaar waren om naar huis te gaan, en tijdens vakanties gingen ze natuurlijk mee op reportagereizen.

Het is dan ook geen toeval dat onze beide kinderen besloten de journalistiek in te gaan. Tom eerst, Kim later. Tom als fotograaf, Kim als schrijvend journalist. Al vanaf dat ze heel jong was, had ze haar zinnen gezet op werken in het buitenland  Ze wilde verhalen schrijven over gewone mensen en vond dat iemand haar zijn verhaal toevertrouwde, zij de verantwoordelijkheid had om dit zo goed mogelijk weer te geven. Kim geloofde dat iedereen een verhaal had, en zij was bereid daarnaar te luisteren. 

De pijn en het verdriet die gepaard gaan met het verliezen van Kim is onvoorstelbaar groot . Ik vraag me soms nog steeds af hoe we die twaalf dagen zijn doorgekomen, waarin we heen en weer werden geslingerd tussen hoop en wanhoop. Voordat we het verpletterende nieuws kregen dat Kim was gevonden. 

Het is ruim drie jaar geleden dat Kim verdween. Drie jaar van lange dagen en nog langere nachten. Ons leven veranderde voorgoed op die dag in augustus 2017, toen Kim aan boord ging van de onderzeeër in Kopenhagen. Ze wilde graag een verhaal waaraan ze werkte afmaken, voordat zij en haar vriend Ole naar Peking zouden verhuizen. 

Kim was echt gelukkig, die laatste zomer. Ze was succesvol als freelance journalist en ook in haar privéleven ging het haar voor de wind. Kim en Ole, een Deen, waren al een tijdje een stel al hadden ze het grootste deel van hun relatie op verschillende continenten doorgebracht. Ze keken ernaar uit om eindelijk samen een echt ‘thuis’ creëren in China, een land waar Kim zielsveel van hield. Ze studeerde Mandarijn en maakte in de vijf jaar voor haar dood meerdere trips naar China. Ze was gefascineerd door de ingrijpende veranderingen in de economie en internationale betrekkingen die daar speelden en zei altijd dat daar de verhalen van de toekomst lagen. 

In de lente van 2017 hoorde Kim over de twee rivaliserende ruimtevaartbedrijven bij Refshaleøen, een eiland in Kopenhagen. Kim wilde een ​verhaal maken over de wedloop om de eerste privé persoon te zijn in de ruimte. Ze sprak met iemand van Copenhagen Suborbitals, een van de twee bedrijven, en schreef naar aanleiding daarvan de helft van het verhaal. Vervolgens probeerde ze in contact te komen met Peter Madsen voor de andere kant, maar ze kon hem niet bereiken. Peter – hij noemde zichzelf ‘Rocket’ Madsen – was in 2008 een van de oprichters van Copenhagen Suborbitals, maar verliet het bedrijf in 2014 om zijn eigen ‘Rocket Madsen Space Lab’ op te zetten. Hij was ervan overtuigd dat hij de eerste privé persoon zou zijn die zichzelf de ruimte in zou lanceren in een zelfgebouwde raket. 

In augustus van dat jaar deed Kim een nieuwe poging om contact te krijgen, een paar dagen voordat ze naar China vertrok. Deze keer lukte het wel.

Madsen nodigde Kim uit om hem op zijn zelfgemaakte duikboot, de UC3 Nautilus, te komen interviewen. Op vrijdag 11 augustus 2017, om 5.31, ging onze telefoon. Het was het telefoontje dat ons leven verdeelde in een ‘voor’ een ‘na.’ Ole belde ons en vertelde dat Kim was verdwenen op een onderzeeër in Kopenhagen. Als hij niet zo overduidelijk bezorgd had geklonken, had ik gedacht dat hij een grap maakte. Hij zei dat hij en Kim na haar geplande interview met Madsen met vrienden hadden afgesproken, maar dat Kim niet terug was gekomen van haar interview. Ole is de hele nacht wakker was gebleven om op haar te wachten. Toen ze niet thuis kwam, is hij uiteindelijk rond gaan fietsen over Refshale Island in Kopenhagen, waar de Nautilus normaal gesproken lag. Hij belde de politie, de kustwacht, deed alles wat hij maar kon om Kim te vinden, maar zonder resultaat.

We speculeerden over wat er gebeurd zou kunnen zijn. Misschien was er een ongeluk gebeurd, waardoor de onderzeeër niet meer boven water kon komen? Ole zocht uit hoe lang het duurt voordat de zuurstof op een onderzeeër van de afmeting van die van Madsen, met twee mensen aan boord, op is. Twaalf uur. Bijna de tijd die verstreken was sinds Ole het laatste Whatsappje van Kim kreeg, waarin stond dat ze zouden gaan duiken. In Denemarken waren inmiddels al een helikopter en drie schepen met reddingsteams naar de onderzeeër op zoek, later werd ook nog het Deense leger ingeschakeld. 

We volgden het nieuws op TV, de berichten over de vermiste onderzeeboot bleven maar komen. Als journalist weten mijn man Jocke en ik als geen ander hoe het werkt met de verslaggeving van breaking news. Alleen: nu maakte onze dochter daar deel van uit. Iets wat we nauwelijks konden bevatten. We besloten met Ole af te spreken, samen gingen we naar de roestige werf waar de Nautilus normaal gesproken aangemeerd ligt. Het gebied zag er troosteloos uit, met gras dat door het gebroken asfalt heen groeide. We vonden er niets, dus daarna reden we het korte stukje terug naar de vervallen hangar van Madsen, die lag aan de oostkant van het eiland. Dit was de plek waar hij zijn ruimtevaartuigen bouwde. Ole was er die nacht en in de vroege ochtend al diverse keren geweest. Toen was er niemand geweest, maar toen wij er kwamen stonden er ineens een aantal werklieden voor de deur. 

De eerste lancering van Madsen stond gepland voor een aantal weken later. Vanuit de zee zou hij een raket de ruimte insturen, daar had hij al toestemming voor gekregen. Maar de raket die we iets verderop zagen staan, deed me denken aan iets uit een oude science fiction film..We stonden daar net een paar minuten, toen de telefoon ging: De onderzeeër was gezien, en iedereen aan boord zou ongedeerd zijn! 

Ole, Jocke en ik begonnen direct te huilen van geluk en opluchting. We knuffelden elkaar, waren immens blij dat er een einde was gekomen aan deze nachtmerrie. Ik wilde niets liever dan Kim in mijn armen sluiten. Ik hoorde een van de werklui roepen dat er radiocontact was met de onderzeeër. Ole en Jocke gingen mee met hen naar een gebouw waar de radio stond, ikzelf bleef nog even achter om via tekstberichtjes familie en vrienden gerust te stellen. Even stelde ik me zelfs al voor hoe smeuïg Kim dit verhaal in de komende jaren aan haar vrienden zou vertellen, toen ik Ole en Jocke terug zag komen. In plaats van opgelucht was de uitdrukking op hun gezichten zorgelijk. Ole zei: De onderzeeboot is gezonken en er is maar een persoon gered. ‘Wat?! Hoe kan dit?’ vroeg ik. ‘Degene die nog leeft is Kim, toch?’ Binnen een enkele seconde was ik weer terug in die ijskoude greep van angst. 

We gingen direct terug naar het politiebureau, waar we een kale spreekkamer in werden geloodst.  We hoopten vurig dat we het bericht zouden krijgen dat Kim heelhuids was gevonden, maar in plaats daarvan werd ik gevraagd naar mijn laatste contact met Kim. Het was een telefoontje, de donderdag ervoor rond lunchtijd, waarin Kim zei:  ‘Ik zie je dinsdagavond! Ik hou van je, kus! Kim was nieuwsgierig geweest naar onze mening over Ole, die we de avond ervoor voor het eerst hadden ontmoet. Ik maakte een grapje en zei: ‘Hij scoort goed hoor, hou hem maar.’ Kim antwoordde: ‘Geen zorgen mam, dat was ik al van plan. Dus wen er maar aan dat hij er voortaan altijd bij is.’ 

Jocke en ik zaten te wachten op de transcriptie van ons verhoor en keken ondertussen naar de grote televisie die aan een van de muren hing. Plotseling verscheen onderaan het scherm een tekst met de melding ‘Breaking News’: ‘Peter Madsen gearresteerd voor de moord op Zweedse journaliste Kim Wall. Mijn hersenen maakten op dat moment echt kortsluiting. Dit kan niet! Daarna begonnen – langzaam, heel langzaam – de woorden op het scherm door te dringen. De politie dacht dat Kim was vermoord aan boord van de Nautilus. De agenten die op dat moment de kamer binnenkwamen en ook nog van niets wisten, zagen hetzelfde als wij, en waren overduidelijk aangeslagen. Ze wisten niet echt wat te zeggen en wij gaven aan weg te willen, waarna ze ons naar buiten, naar onze auto, hebben begeleidt. 

Jocke en ik reden vervolgens naar het uiterste puntje van het eiland, de plek waarvan Madsen eerder beweerde dat hij Kim er op donderdagavond van boord had laten gaan. Het was donker en het waaide hard, maar we bleven heen en weer rijden langs de route die Kim gelopen zou moeten hebben als Madsen haar inderdaad zou hebben afgezet. Het vlammetje van onze hoop blijft halsstarrig opflakkeren, maar we vonden niets. 

In de daaropvolgende periode veranderen de verhalen die naar buiten komen. Aanvankelijk beweerde Madsen dat Kim was overleden door een ongeluk, toen ze op haar hoofd werd geraakt door het luik van de onderzeeër. Hij zou in shock zijn geraakt, een paar uur hebben geslapen en vervolgens hebben besloten haar een ‘zeemansgraf’ te geven door haar lichaam overboord te gooien. Maar de bewijzen tegen hem stapelden zich op, en toen vond een argeloze fietser een lichaam, aan de oever van de Zuidkust van het eiland. Een lichaam zonder armen, zonder benen. Zonder hoofd. We dachten tot op dat moment dat de hel waar we doorheen gingen met geen mogelijkheid nog groter kon worden, maar we hadden het mis. De volgende dag werd ons verteld dat de armen, benen en hoofd met opzet waren verwijderd. Het was geen ongeluk, maar opzet. Daarbij was het lichaam ook nog een groot aantal keren gestoken om te voorkomen dat het naar de oppervlakte zou drijven, en waren er gewichten aan bevestigd. Iemand had ontzettend veel moeite gedaan om ervoor te zorgen dat het op de bodem van de zee zou blijven. Ons laatste restje hoop doofde uit toen we via forensisch onderzoek op het DNA uit een haar- en een tandenborstel van Kim, de bevestiging kregen dat het om onze dochter ging.  

Acht maart 2018, internationale vrouwendag, brachten we door in het gerechtsgebouw van Kopenhagen. Meer dan honderd journalisten vanuit zestien verschillende landen zouden bij de rechtszaak aanwezig zijn. Jocke en ik wisten natuurlijk dat wij hun belangrijkste focus zouden zijn, die eerste dag in de rechtbank. Iedereen wilde ons zien. Getuige zijn van de eerste confrontatie tussen ons en de moordenaar van ons kind. We zouden slechts een paar meter van hem af zitten. Een paar meter tussen ons en de man die ons leven had verwoest. Het enige waar we nog op konden hopen, was dat we eindelijk antwoorden zouden krijgen op al die vragen die ons wakker hielden sinds die nacht in augustus. 

Ironisch genoeg merkte ik het niet eens op toen Madsen de rechtszaal binnenkwam. Ik zag ineens een man met een bril zitten, naast de advocaat van de verdediging, maar er ging in eerste instantie geen belletje rinkelen. Natuurlijk had ik al honderden foto’s van hem gezien, maar zijn haarkleur leek anders, hij was veel kleiner dan hij overkwam op de foto’s en de dikke brillenglazen vertekenden zijn gezicht. Jocke twijfelde net zo erg als ik, maar toen ontmoette ik zijn blik en twijfelde ik niet meer. In zijn ogen las ik dat hij begreep wie wij waren.

 Zijn blik hield de onze echter niet lang vast. Hij keek snel naar beneden. 

Ook toen de rechter eenmaal binnen was, bleef Madsen vooral naar beneden kijken. Zo nu en dan blikte hij in onze richting, net zoals alle aanwezige pers deed op het moment dat er foto’s van lichaamsdelen en gereedschappen werden vertoond, waarvan werd gedacht dat ze gebruikt waren om Kim’s lichaam te mutileren (Madsen zou onder meer een zaag, een mes en een puntige schroevendraaier hebben gebruikt, red).

In april 2018 werd Peter Madsen veroordeeld tot levenslang voor moord met voorbedachte rade en seksueel misbruik op Kim. Op zijn computer werden filmpjes gevonden van vrouwen die werden gemarteld en verminkt. In het forensisch psychiatrisch rapport dat tijdens de rechtszaak werd opgemaakt, werd Madsen omschreven als een perverseling met psychopathische trekken.

Er is helaas geen handleiding voor ouders die een dochter verliezen aan een moordenaar. Ik mis Kim elke dag, in de meest normale situaties. Door een boek dat ik lees, het nieuws op tv, een specifiek gerecht tijdens het eten.. Ik had een hechte band met Kim en afhankelijk van waar ter wereld ze was, spraken we elkaar meer of minder vaak. Als er een goede Skype en internet verbinding was vaker dan wanneer dat niet zo was. Als ze ons bezocht bespraken we alles: de situatie in de wereld, waar we mee bezig waren, we gingen samen de hond uitlaten, samen naar de sauna…gewoon, de dingen die moeders en dochters doen. We moeten ermee leven dat ons dat is ontnomen, en Jocke en ik doen daar elke dag ons best voor. We werken er samen hard aan om Kim’s nalatenschap voort te laten leven. We willen dat ze herinnerd wordt als de dochter, zus, journalist en geweldige vriendin die ze was, niet als het slachtoffer dat ze werd. We werken samen met het Kim Wall Memorial Fund dat elk jaar minstens één vrouwelijke journalist in de wereld op pad stuurt om verhalen te maken, in de geest van Kims. En we werken samen met IWMF, de International Women Media Foundation. We hebben op die manier al zes jonge journalisten op pad gestuurd met subsidies uit het fonds van Kim.

We hebben een tentoonstelling gemaakt over haar reizen, organiseren elk jaar op 10 augustus Run for Kim en we houden lezingen over haar en haar leven. Maar er zal nooit meer een artikel verschijnen waaronder staat  “geschreven door Kim Wall”. In plaats van het nieuws te verslaan, werd Kim zelf het nieuws, en op de meest vreselijke manier die je kunt bedenken.

Toen Madsen aan het einde van het proces werd gevraagd of hij nog iets wilde zeggen laatste woorden had, zei hij: “Het spijt me enorm.”

 ‘Ik vraag me nog steeds af: Waar heeft hij dan spijt van? Van dat zijn onderzeeër in beslag is genomen? Dat zijn vrouw hem heeft verlaten? Dat zijn werkplaats is leeggehaald en aan iemand anders is verhuurd? Want zijn ontsnappingspoging laat wel zien dat hij zijn straf niet terecht vindt. Ik denk niet dat we er ooit achter zullen komen wat er precies in die man omgaat. Gedurende de tijd van van Kims vermissing heb ik eigenlijk weinig aandacht besteedt aan Peter Madsen. Hij was een soort figuur op de achtergrond, iemand aan wie ik geen energie wilde besteden. Waarschijnlijk is het een soort defensiemechanisme. Het is niet dat hij me niet interesseert, hij is degene die me mijn dochter heeft ontnomen, maar ik gun het hem niet dat hij een plek krijgt in mijn gedachten of in mijn ziel. Als ik mezelf toesta verwikkeld te raken in gevoelens van haat en wraak, ben ik degene die daar het meest onder zal lijden. ‘

www.rememberingkimwall.com.

Foto’s: Kim Wall Foundation 


*Dit interview verscheen eerder in Flair