Artikelen

Naomi (28) heeft nog nooit een man zien staan. Totdat ze Ben leerde kennen. De man van wie haar vrouw zwanger is.

Naomi (28) heeft nog nooit een man zien staan. Totdat ze Ben leerde kennen. De man van wie haar vrouw zwanger is.

‘Eef voelt wel dat er iets speelt, maar dan zeg ik gewoon dat ze spoken ziet door haar razende hormonen.’

Je zou me drie weken in een kamer met een naakte Channing Tatum kunnen zetten en ik zou geen moment aandrang krijgen om hem te bespringen. Daarom was ikzelf wel de laatste die ooit had verwacht wat er nu is gebeurd. Dat ik keihard ben gevallen. Voor een man.

Voor zover mijn herinneringen teruggaan ben ik altijd lesbisch geweest. Ik ben nooit verliefd geweest op een man, en ik heb me er zelfs nooit tot een aangetrokken gevoeld. Op een paar dronken zoenen in mijn studietijd na heb ik alleen maar iets met vrouwen gehad.

Dat dronken zoenen was trouwens meer een wanhoopsdaad dan nieuwsgierigheid, want in die periode hoopte ik nog vurig dat ik ‘gewoon’ op een man verliefd zou worden en mijn lesbische gevoelens een voorbijgaande fase waren. Niet in de laatste plaats omdat ik dan niet de confrontatie met mijn moeder hoefde aan te gaan. Als enig kind had zij al haar hoop op me gevestigd, en vanaf dat ik een jaar of vijftien was wist ik dat vooral mijn moeder droomde van minstens twee, maar het liefst vijf kleinkinderen. Iets wat gezien mijn sexuele geaardheid niet onmogelijk, maar toch wel wat omslachtiger dan gemiddeld zou worden.
Het zal wel iets te maken hebben met het feit dat ze zelf altijd had gedroomd van een groot gezin, maar die droom had laten varen toen mijn vader overleed toen ik bijna drie was.

Okselhaar en zware shag? Doe mij maar hakken en rode lippen.

‘Helaas’ voor mijn moedertje bleek ik toch echt zo lesbisch als wat.
Het was wel even een gedoetje om mijn moeder te vertellen dat ik op vrouwen val. Mijn ouders waren al wat ouder toen ik geboren werd en ze is nogal van de oude stempel. Ze leefde bijvoorbeeld nog in de stereotype veronderstelling dat een lesbische vrouw vanaf een afstand van driehonderd meter te herkennen is aan de lucht van zware shag, ongeschoren okselhaar en standaard gehuld is in een tuinbroek met bijpassend stekeltjeskapsel. Het was dus nogal een shock dat haar dochter met een aangeboren voorliefde voor hakken en rode lipstick alleen maar warm liep voor andere vrouwen. Ze had nooit wat gemerkt, zei ze. Waarna ik nog weken obligate opmerkingen naar mijn hoofd kreeg als ‘Hoe weet je nu zeker dat je lesbisch bent als je nog nooit seks met een man hebt gehad’ en ‘misschien ben je de juiste man nog niet tegengekomen’.
Het irriteerde me, maar ik liet haar maar een beetje pruttelen. Ze zou er wel aan wennen, dacht ik. En dat deed ze. Zeker toen ik een serieuze relatie kreeg met Eveline en het concept ‘kleinkinderen’ ineens toch weer een haalbare kaart leek te zijn.

Iconisch koppel

Eind goed, al goed dus. Althans, dat heb ik heel lang gedacht. Eveline en ik worden in onze vriendenkring zo’n beetje gezien als het iconische lesbische stel: Een kunstschilder een een fotograaf, beiden gepassioneerd LGBT activisten. En nu worden we ook nog ouders. De kinderwens waarvan ik heel lang niet zeker wist of ik ‘m had, bleek ineens toch aanwezig naarmate mijn relatie met Eveline serieuzer werd. Ik geef toe; het was Eveline die erover begon, maar ook ik begon steeds meer het verlangen naar een kind te voelen. Ik zal nooit het gezicht van mijn moeder vergeten toen we haar vertelden dat ‘we’ zwanger wilden proberen te worden. Ze was zo blij!
De dag dat we symbolisch met elkaar trouwden, op een boot, leken alle stukjes op hun plek te vallen. Behalve dan dat die boot nu meer symbool staat voor het scheepswrak dat onze relatie is…
Nadat we hadden besloten dat we ons geluk graag wilden bekronen met het ouderschap, brak er een spannende periode aan. We schreven ons in op een site waarbij wensouders aan mogelijke donoren gematcht konden worden, deden mee met wensouder ‘speeddates’ en overwogen de mogelijkheid van een anonieme donor.
Die laatste mogelijkheid viel eigenlijk direct af. Hoewel ons eventuele kind uiteindelijk zijn of haar biologische vader zou kunnen leren kennen, wilden we zelf ook graag de verwekker van ons kindje ‘in het echt’ leren kennen. Niet op een manier waarbij hij een actieve rol in ons leven zou spelen, maar we wilden toch een soort gevoel bij de man in kwestie krijgen, wat nu eenmaal niet lukt als je slechts een dossier met oogkleur en opleidingsniveau tot je beschikking hebt. We vonden het superbelangrijk dat we hem allebei sympathiek zouden vinden en dat hij zo’n beetje dezelfde normen en waarden erop na zouden houden als wij. Zijn genen zouden tenslotte voor vijftig procent deel uitmaken van ons kind! Kortom: het moest goed voelen. Ironisch, achteraf. Want ik had er inmiddels alles voor gegeven als ik een wat minder ‘goed’ gevoel bij onze zaaddonor zou hebben…

Lang, knap en donker.

Uiteindelijk kwamen we in contact met Bernard. Ben, voor intimi. Een verstokte vrijgezel van midden dertig die aan ons voorgesteld door Eveline’s broer, of all people. Ben en Nicolas kenden elkaar al jaren en zodoende kende Eef hem ook, zij het zijdelings. Toen ze een tijdje terug bij haar broer aan het eten was, zonder mij, was Ben er ook. Die avond was ook onze kinderwens ter sprake gekomen. Ben had er met veel interesse op gereageerd. Hij had zelf geen echte kinderwens, maar het idee om iemand anders liefste wens in vervulling te laten gaan was iets dat hem aansprak. Geheel in lijn met zijn karakter, volgens Eef. Ben was een ras-idealist die zijn drukke baan als muziekdocent afwisselde met vrijwilligerswerk voor allerlei sociale doelen. Qua karakter zat het dus wel goed. En qua uiterlijk zat het ook wel goed, vertelde Eef nuchter. Daarbij kende Nicolas Ben al jaren en kon hij ons garanderen dat Ben zich niet plotseling geheel onvoorzien zou ontpoppen tot een maniakale bijlmoordenaar.
Het klonk allemaal zo positief dat we besloten een vrijblijvende afspraak te maken. Gewoon, om de wateren te testen en te kijken of ik er ook een goed gevoel bij zou hebben.

Toen Ben voor het eerst bij ons zou komen eten, was ik zenuwachtig, maar dat gevoel viel vijf minuten na zijn binnenkomst al van me af. Niet dat het liefde op het eerste gezicht was, maar ik was direct gecharmeerd van Ben’s energie. En inderdaad: hij was niet alleen intelligent, welbespraakt en sociaal bewogen, maar ook lang, knap en donker. Eef had niets teveel gezegd.
De avond voelde fijn en ongedwongen en toen Ben uiteindelijk naar huis ging gaf hij Eef en mij beiden een warme omhelzing. Nadat hij weg was keken we elkaar aan. We lazen het in elkaars ogen: hij was het. De ideale donor. Tenminste: als Ben er zelf ook nog steeds positief tegenover stond. Gelukkig bleek dat inderdaad zo te zijn. In de tijd erop spraken we nog een aantal keer af om goed door te spreken hoe we het allemaal voor ons zagen, zodat er geen misverstanden zouden ontstaan. Hoewel we het niet gepland hadden, groeide er een vriendschap. We gingen vaak met z’n drieën op stap: naar de kroeg, naar festivals….gewoon leuke dingen doen. We hadden zo ontzettend veel lol samen. Natuurlijk was er nog de kwestie van de bevruchting, zoals het zo lekker plastisch heet. Om het zo intiem mogelijk te maken besloten we tot zelfinseminatie. Plat gezegd zou Ben zijn goedje aanleveren wat ik vervolgens met behulp van een injectiespuit bij Eveline zou inbrengen.
Het kostte vier pogingen, maar toen was het raak. Het moment waarop Eveline een zwangerschapstest deed en er een plusje verscheen, was onbeschrijflijk. Ik denk dat het rond die periode was dat mijn gevoelens begonnen te veranderen. Althans, dat ik me daar bewust van werd.

Nu Ben’s ‘taak’ erop zat werd het contact tussen ons fors teruggeschroefd. Eef deed dat heel bewust. Toen ze een aantal keer negatief had gereageerd op mijn voorstel om iets met z’n drieën te doen, gaf ze aan dat ze niet te close wilde worden omdat ze echt wilde dat ik en zij samen de ouderrol op ons zouden nemen. Het feit dat de band met Ben ongepland steeds vriendschappelijker was geworden, bracht ook risico’s met zich mee, vond ze. Stel je voor dat hij zich toch met de opvoeding wilde gaan bemoeien? Of – worst case scenario – dat daar conflicten over zouden ontstaan en hij voor de voogdij zou gaan? Ze had zich in eerste instantie een beetje laten meeslepen omdat het zo gezellig was, maar nu de zwangerschap een feit was en niet langer een abstract idee, was het het beste voor iedereen om een ‘vriendschap op gepaste afstand’ te hebben, vond Eef. En ik ging er in mee. Rationeel gezien vond ik ook dat ze gelijk had. En de eerste weken wist ik nog geen naam te geven aan het zware gevoel dat ik met me meedroeg.

Meezwangeren?

Eef grapte er wel eens over: ‘Ben je soms ook lekker hormonaal aan het meezwangeren?’ zei ze dan. Natuurlijk, dacht ik op zulke momenten. Dat zal het wel zijn. Ik werd meegesleurd in de blijdschap om de zwangerschap. Mijn moeder zweefde op een roze wolk. Maar ik voelde me…anders. Ik had last van een soort melancholie die ik niet kon duiden. Totdat Ben na een paar weken onverwacht voor de deur stond.

Hij was in de buurt voor werk, zei hij, en had spontaan besloten te kijken of we thuis waren voor een bakje koffie. Eef was verrast, net als ik. Maar ik merkte dat zij zich ongemakkelijk voelde. Vooral toen Ben liefdevol een hand op haar buik legde en vroeg hoe het met haar ging. Ze zei dat het goed ging, maar dat ze net op het punt stond om de deur uit te gaan. Ik wist dat ze loog, maar ik liet het zo. Ik vond het eigenlijk wel fijn om even alleen met Ben bij te praten.

Ben bleef maar een uurtje, maar ik knapte helemaal op van ons gesprek. Hoewel ik superblij was met Eef’s zwangerschap, was het fijn om even over iets anders te praten. Eerlijk gezegd maakte het me niet eens uit over wat. De enthousiaste en gepassioneerde manier waarop Ben over zijn werk vertelde was al genoeg. Zelfs toen hij iets vertelde dat ik al wist, hing ik aan zijn lippen. Ik had nog nooit iemand gekend met zo’n fijne, aanstekelijke energie.

Bij het weggaan gaf hij me een knuffel. Heel onschuldig, maar er gebeurde iets. Iets dat we allebei voelden, want we lieten elkaar los alsof we door een wesp waren gestoken. Iets in de atmosfeer was verschoven. En hoewel we het niet uitspraken, wisten we het allebei.
Vanaf die dag belden en appten Ben ik regelmatig. Het ging niet eens over belangrijke dingen, maar als ik zijn stem hoorde was het alsof ik meer energie kreeg. Toch had ik pas echt door wat er met me aan de hand was toen ik op een lome zondagmiddag met Eefje aan het vrijen was. Het idee van seks met een man was nooit in mijn psyche opgekomen. Totdat er een fantasie in mijn gedachten schoot van Ben’s stoppelbaard die over mijn wang wreef. Het tedere, zachte gezoen van Eef irriteerde me zelfs op dat moment. Was ze maar eens wat doortastender, dacht ik gemeen.

Handen, tongen en zwetende lijven

Ik schrok van mijn eigen gedachten, maar het liet me niet los. Dagenlang voelde ik me schuldig en verward. En toen vond ik een tijdens het opruimen een boek dat ik van Ben had geleend. Dat moest ik nodig teruggeven, bedacht ik. Voor ik het wist sprong ik in de auto en belde ik bij Ben aan. Er schoot van alles door me heen. Mijn hartslag bonkte zo luidruchtig in mijn oren dat ik bang was dat de buren het zouden horen, maar na twee minuten werd wel duidelijk dat er niemand thuis was. Misschien maar beter, dacht ik. Tot ik me omdraaide en Ben met een verbaasd gezicht het tuinpad op kwam lopen, in zijn tenniskleding. Het was zo bizar, maar het leek wel een scene uit een film. Onze ogen haakten in elkaar, maar we zeiden geen woord. In plaats daarvan draaide Ben de deur open, pakte me bij mijn elleboog en leidde me het halletje in. Ik rook de verse geur van zijn zweet en zag de vijf uur schaduw op zijn wangen. Dit was zo anders. En zo. ontzettend. geil.
Ik voelde iets dat ik nog nooit had gevoeld voor iemand. Man of vrouw. Even bestond er niets meer op de wereld. Geen Eveline, geen baby, geen enkele definitie van mijn geaardheid. Er waren alleen nog maar handen, tongen, en twee zwetende lijven die hun best deden om zo dicht mogelijk bij elkaar te zijn. In elkaar te zijn.

Die middag was mijn eerste keer met een man. En hoewel het geweldig was, heb ik geen idee wat ik met deze situatie aanmoet. Ik weet dat Ben verliefd op me is, dat heeft hij vrij snel duidelijk gemaakt. En ik ben verliefd op hem, al weet ik momenteel niet eens meer wie ik zelf ben. Mijn hele leven heb ik me geïdentificeerd als lesbienne, en nu is er een man in mijn leven die me laat blozen en ervoor zorgt dat ik aan een haarlok draai en op mijn lippen bijt als hij naar me kijkt. En om het even nog gecompliceerder te maken is mijn vriendin, mijn levenspartner, zwanger van diezelfde man. Stiekem heb ik nog even gedacht hoeveel makkelijker dit alles zou zijn wanneer ik degene was geweest die ons kindje zou dragen. Maar dat soort gedachten hebben natuurlijk geen enkele zin.
Het is trouwens ook niet zo dat ik niet meer van Eef houd. De ideale situatie voor mij zou zijn als we met zijn drieën, en de baby natuurlijk, een groot, gelukkig gezin zouden kunnen vormen. Maar die droom kan ik wel vergeten. Ik merk nu al dat Eef behoorlijk territoriaal is waar het de baby betreft, en ze begint de laatste tijd ook opmerkingen te maken over dat ik wel erg veel met Ben afspreek.
Ze is natuurlijk ook niet gek en voelt wel dat er iets met me aan de hand is. Ik voel me op mijn beurt ongelooflijk gemeen als ik zeg dat ze last heeft van haar hormonen waardoor ze spoken ziet, maar het komt me nu wel even goed uit. Gelukkig zet Ben me niet onder druk. Hij heeft aangegeven dat hij mijn beslissing, wat die ook zal zijn, zal respecteren. Maar dat er een beslissing moet komen, en snel ook, is wel duidelijk. Al is het verdomd moeilijk om te kiezen voor wat je echt wil, wanneer al je zekerheden en je hele zelfbeeld onder je voeten vandaan is geslagen.