Artikelen

Niels werd mishandeld door zijn vriendin: “Jij bent geen echte man, anders had je me al zwanger gemaakt”

Niels

‘Vera heeft me drie jaar lang mishandeld, zowel fysiek als geestelijk. Ik deed niets wat haar woede had kunnen opwekken. Toch werd ik constant geslagen en gekleineerd. Het rare is dat ik altijd medelijden met haar voelde. En hoe onbegrijpelijk het ook mag klinken: Ik hield van haar. Of liever gezegd; van de vrouw die ze was toen ik haar leerde kennen.

De eerste periode was onze relatie geweldig. Natuurlijk was er wel eens een discussie en dan kon het ook best knallen. Ik ben zelf nogal nuchter, Vera temperamentvol. Maar dat was juist een van de dingen die me in haar aantrokken. Ik vond het eerlijk gezegd best sexy, hoe haar ogen vuur konden spuwen. Maar ze kon ook vreselijk lief zijn, een klein meisje bijna. Met Vera was het leven nooit saai. En niet te vergeten: de sex was fantastisch. Vooral de goedmaaksex. we beleefden hoge pieken en diepe dalen. Maar uiteindelijk werden de dalen wel heel diep, en waren de pieken volledig afwezig.

‘Haar agressie verontrustte me.’

Vera leed aan PCOS* (*polycystic ovary syndrome). In plat Hollands: een hormonale aandoening waarbij je eierstokken vol zitten met kleine ei-blaasjes die niet of nauwelijks rijpen. Dat kan een hoop bijwerkingen geven, zoals stemmingswisselingen en depressies. Vera’s liefste wens was moeder worden, maar dat lukte niet zomaar. Ze moest medicatie slikken die haar eisprong zou opwekken en ze werd steeds dwangmatiger over de momenten waarop we volgens haar sex ‘moesten’ hebben.

Aanvankelijk wilde ik ook een kind, net zo graag als zij. Maar haar fanatisme begon me tegen te staan. De spontaniteit was uit ons sexleven verdwenen en om eerlijk te zijn, haar agressie verontrustte me. Ik begon me steeds vaker af te vragen of Vera wel een geschikte moeder zou zijn. Erop vertrouwen dat haar driftaanvallen zouden verdwijnen zodra ze had wat ze wilde, en zodra haar hormonale huishouding tot bedaren was gekomen, leek me een te groot risico. Het was tenslotte ook mijn kind dat ik bloot zou stellen aan een instabiele moeder. Maar mijn twijfels uitspreken durfde ik niet.

Als Vera weer een van haar ‘aanvallen’ had ik liet haar haar gang gaan, totdat ze kalmeerde. Een vrouw slaan doe je niet. Zo ben ik opgevoed, en daar sta ik achter. We raakten steeds meer in een isolement. Vera vond mijn vrienden maar losers. Ik wilde niets doen om haar woede op te wekken, dus liet ik veel contacten verwateren. Daarbij schaamde ik mezelf voor het feit dat ik me door haar liet afzeiken. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik met opgetrokken wenkbrauwen werd aangekeken als Vera me in gezelschap een sneer gaf. Weglopen heb ik geprobeerd, maar dan werd ze nog woester.

Op een dag lagen we in bed toen ze toenadering zocht. Mijn lichaam verstijfde. Haar aanrakingen hadden een averechts effect. Opwinding was wel het laatste wat ik voelde. Alles in me verzette zich. Toen ze merkte dat ik geen fysieke reactie vertoonde, haalde ze ineens hard uit met een haarborstel die op het nachtkastje lag. Ik was in shock toen ik het bloed uit mijn neus zag druppen. ‘Jij bent geen echte man, anders had je me al zwanger gemaakt’ siste ze. Ze schrok er zelf van denk ik, want daarna begon ze te huilen. Nog steeds in shock was het beste wat ik kon verzinnen: haar proberen te troosten. Vanaf die dag was ik een slachtoffer van huiselijk geweld. Ik begon beslissingen te maken die volledig gebaseerd waren op wat Vera gelukkig zou maken.

‘Ze sloeg me met alles wat voorhanden was.’

Op een dag kwam Vera me ophalen van mijn werk. Een collega zou met zwangerschapsverlof gaan. Op de parkeerplaats omhelsde ze mij en mijn andere collega’s, om ons te bedanken voor haar ‘verloffeestje’ dat we op het werk hadden georganiseerd. Vera kwam aanrijden en zag ons. Of het nu door de zwangere buik van mijn collega kwam, of door doodordinaire jaloezie, toen ik instapte had ik voor ik het wist haar net gemanicuurde nagels in mijn nek staan. Thuis ging het ‘feest’ nog even door. Eenmaal binnen sloeg ze me met alles wat voorhanden was, tot haar telefoonoplader en het strijkijzer aan toe. Daarna stormde ze de deur uit.

Ik zag mezelf in een soort helikopterview. Daar lag ik dan. Een volwassen vent. Mishandeld door zijn eigen vriendin. Er brak iets in me. Zo wilde ik niet meer zo leven! In een waas heb ik wat spullen gepakt en ben naar een hotel gegaan. Na een uur of wat begon Vera non-stop te bellen, dus gooide ik mijn simkaart weg. Ik wilde niet weer smelten voor haar excuses.

‘Langzaam maar zeker probeer ik mezelf weer terug te vinden.’

Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk heeft Vera het opgegeven om contact met me te zoeken. De beste oplossing bleek het rigoureus doorsnijden van alle banden. Ook omdat ik nog steeds medelijden met haar had. Dat klinkt misschien vreemd, maar ik begrijp ergens wel waarom ze zo geworden is, waarom ze zoveel verdriet heeft. Ik ben alleen niet degene die dat verdriet kan oplossen. Ik wil diegene ook niet zijn. Ze heeft zoveel issues, het laatste wat ik wil is de rest van mijn leven op mijn tenen lopen en daar ook nog eens een eventueel kind in meesleuren. Langzaam maar zeker probeer ik mezelf terug te vinden. Elke dag weer zeg ik tegen mezelf dat alleen een echte man hierdoor heen kan gaan en er geestelijk ongeschonden uit kan komen. Nu moet ik het alleen nog zelf gaan geloven.’

Image by Claudio_Scott from Pixabay