Artikelen

Ruim vierhonderdduizend Nederlanders voelen zich zo terneergeslagen dat zij aan zelfmoord denken. Ook dit jaar zullen weer meer dan honderdduizend mensen een suïcidepoging doen. Daarvan ‘slaagt’ ruim 1,5 procent: om en nabij negentienhonderd mensen. Zo’n negenduizend Nederlanders komen na een mislukte poging in het ziekenhuis terecht. Onder twintigers en dertigers is suïcide met 408 incidenten momenteel zelfs doodsoorzaak nummer een. 

Roos R. (32) heeft wel een idee waarom: 

‘De bezuinigingen in de GGZ en de wachtlijsten zijn torenhoog, je komt bijna niet meer in aanmerking voor voor acute hulp. Deze bezuinigingen kosten letterlijk levens.’

Vanaf dat ik een jaar of vier was, had ik last van onverklaarbare driftbuien. Natuurlijk heeft elk klein kind wel eens een driftbui, maar voor mijn ouders voelde dit anders. Ze konden niet direct hun vinger op het probleem leggen, maar hun instinct vertelde hen dat er iets met me aan de hand was. Later kwamen er ook andere problemen bij. Ik had moeite met het sluiten van vriendschappen. Als er tikkertje of verstoppertje gespeeld werd, vond ik dat leuk totdat ik ‘hem was’, dan stopte ik er acuut mee. De andere kinderen accepteerden dat natuurlijk niet, dus ik lag op school niet lekker in de groep.

Na wat omzwervingen bij het RIAGG belandde ik uiteindelijk bij het UMC waar ik psychologisch getest werd. Ik was dertien jaar toen ik werd gediagnosticeerd met PDD NOS: een autisme spectrum stoornis.  

Na de diagnose kon ik naar het speciaal onderwijs. De eerste twee jaar van de middelbare school had ik doorgebracht op een  grote scholengemeenschap, maar daar verdronk ik, voor mijn gevoel. Op het speciaal onderwijs kwam ik in een klein klasje waar ik me beschermd voelde. 

Eindelijk vond ik meer aansluiting met leeftijdgenoten. Een tijdlang ging het relatief goed met me, maar toen ik zeventien was begon ik last te krijgen van depressies. Ook had ik last van extreme driftbuien die ik voornamelijk botvierde op mijn zes jaar jongere zusje en mijn ouders. Mijn gedrag was veel heftiger dan dat van een normale puber. Ik voelde veel agressie en ik had geen idee hoe ik die op een gezonde manier kon uiten. Ik sloeg mezelf, en uiteindelijk begon ik ook in mezelf te snijden. Er was een meisje in mijn klas die dat deed, en in een vlaag van verstandsverbijstering dacht ik: ‘Laat ik het ook eens proberen.’ Ik deed het in een opwelling, maar ik kalmeerde erdoor. Daarna zag ik pas het bloed over mijn arm lopen, en raakte ik alsnog in paniek. Ik verbond mezelf, maar mijn ouders hadden al snel door wat ik had gedaan. Ze snapten het niet, zeiden ze. Ze probeerden me te helpen, en dan deed ik dit? Omdat het echt niet langer ging besloot ik, samen met mijn ouders, naar een psycholoog te gaan voor hulp.

Ondanks dat er niet snel medicijnen wordt voorgeschreven bij kinderen in de puberteit, kreeg ik toch medicatie. Die slik ik nu nog steeds. Ik heb wel eens geprobeerd om ermee te stoppen, maar dan word ik heel prikkelbaar. Mensen hoeven maar ‘Boe!’ naar me te roepen, of ik spring al uit mijn vel. 

De driftbuien verdwenen grotendeels door de medicatie, maar de neerslachtigheid bleef zijn kop opsteken. Op mijn twintigste had ik een relatie met een meisje en toen zij het na anderhalf jaar uitmaakte, stortte ik in. Die relatie was sowieso heel heftig , want ik was al uit de kast, maar zij wilde dat niet. Alles moest geheim blijven, en alles was altijd moeilijk.  

Toen ze het uitmaakte, via MSN ook nog eens een keer, werd het letterlijk zwart voor mijn ogen. Ik heb alle pillen die ik in huis had in een keer ingenomen. Daarna schrok ik. Ik wilde niet dood, maar ik wist ook niet hoe ik verder moest. Ik heb direct iemand gebeld van het ‘begeleid wonen’ project waar ik woonde en die heeft ervoor gezorgd dat ik met de ambulance werd afgevoerd naar de eerste hulp.

Ik zie nog steeds voor me hoe mijn ouders de eerste hulp opkwamen. Ze zagen er zo machteloos en verdrietig uit. Dat was echt een eye opener. Op dat moment dacht ik: ‘Wat doe ik hen aan?’ 

Om alle giftige stoffen uit mijn lijf te halen, moest ik een glas actieve kool opdrinken. Dat is hetzelfde spul als waarvan Norit wordt gemaakt, maar dan veel geconcentreerder en heel smerig, alsof je aarde aan het drinken bent. Mijn ex vriendin was ook ontzettend geschrokken en kwam diezelfde avond naar het ziekenhuis. Toch is het daarna niet meer goed gekomen tussen ons. Het was uiteindelijk voor mijzelf ook beter om het contact te verbreken, omdat onze relatie met zoveel problemen gepaard ging. Dat zie ik nu in, maar op dat moment zag ik dat nog niet. 

De periode erna was moeilijk. Mijn ouders bleven ongerust en ze snapten niet waarom ik dit had gedaan. Ik heb geprobeerd uit te leggen dat het een opwelling was. Ik ben nu blij dat ik nog leef, maar nog steeds heb ik soms gedachten aan zelfmoord en dat ik liever dood wil zijn. Soms maak ik zelfs concrete plannen, dan denk ik: ‘Morgen ga ik naar een spoorwegovergang.’ Als ik mezelf daarop betrap, bel ik direct mijn ouders of de crisisdienst. Ik slik medicatie waardoor ik mijn zelf-destructieve gevoelens onder controle heb, maar ik blijf depressief. Ik ben en blijf, zoals mijn huisarts het noemt, een ‘kwetsbaar persoon’. 

Het liefste wil ik een normaal leven leiden. Als ik nu naar mijn leven kijk, ben ik op bijna geen enkele manier op het punt waarop ik zou willen zijn. Ik heb inmiddels geleerd van dag tot dag te bekijken hoe ik me voel, maar als aan de toekomst denk ziet dat er heel zwart uit. Ik ben heel bang om mijn ouders te verliezen, of dat ik mijn hele leven alleen blijf. Ik heb nu de leeftijd waarop ik mensen om me heen kinderen zie krijgen, en ik voel me vaak eenzaam. Ik heb zelf ook een kinderwens , maar ben nog steeds zo aan het worstelen met mezelf. Ik heb wel eens op Tinder gekeken, maar dat vind ik een vrij hopeloze vleesmarkt.

En ook als ik wel een relatie zou hebben zou ik twijfelen of ik wel voor een kind zou kunnen zorgen. Er is geen bewijs dat depressies erfelijk zijn, maar door hoe ik zelf in het leven sta kan ik een kind natuurlijk wel beïnvloeden. Om een goede ouder te kunnen zijn, moet goed in je vel zitten. En dan niet voor een paar maanden. Ik sta nu op de wachtlijst voor psychotherapie en werk dertig uur per week als communicatiemedewerker in het onderwijs. 

Mijn werk is voor mij echt een levenslijn, als ik dat niet zou hebben zou de pleuris uitbreken. Als ik nu heel erg somber ben, verman ik mezelf en ga ik toch naar mijn werk, omdat ik weet dat daar mensen zijn en ik me achteraf meestal beter voel. 

Het klinkt heel zweverig, maar ik probeer zoveel mogelijk in het ‘nu’ te leven. Ik zwom heel lang tegen de stroom in, maar daardoor liep ik steeds vast. Tegenwoordig probeer ik me op de stroom te laten meevoeren, en kijk ik wel waar ik uitkom. Ik heb gelukkig lieve vrienden en een fijne familie. En leuke meiden tussen de 29 en 39 met humor en een beetje begrip? Die mogen zich altijd melden, haha.’’

 

Roos heeft een getatoeëerde punt komma op haar arm. Het ziet er op het eerste gezicht uit als een lieve, kleine tattoo, maar de betekenis ervan is een stuk een complexer dan je zou denken. The Semicolon Project is een Amerikaanse movement die de aandacht wil vestigen op mensen die kampen met een depressie of andere psychologische problemen. De puntkomma betekent: ‘Ik had mijn leven kunnen beëindigen, maar ik koos ervoor om door te gaan.

 

Praten over zelfdoding? Bel de hulp – en preventielijn: 0900 0113.

Dit artikel verscheen eerder in Grazia